The Brutal begint waar de Ironman eindigt !
, door Ronald de Graaf, 5 min lezen
, door Ronald de Graaf, 5 min lezen
Tibor Korozsi trainde veertien uur per week voor de zwaarste triatlon ter wereld: The Double Brutal in Noord-Wales.
Vroeger zag zijn leven er anders uit. 'Tien jaar geleden was ik een hele grote dikke kale man met een grote buik', zegt hij lachend. De vele kilo's waren de stimulans om te gaan sporten.
De oorsprong van dit blog begint in januari van 2020. Ik had mij voorgenomen om de Double Brutal in Wales 2021 te voltooien.
Er kwam een team van 5 leden, een coach, een logo, een trainingsschema waar je U tegen zegt en een zwembad in de tuin.
Het trainen kon beginnen!
Ruim een jaar later waren mijn team en ik er klaar voo, maar op 18 juni van 2021 kwam het bericht dat de The Brutal dat jaar vanwege Corona niet doorging. Een behoorlijke domper.
Als wedstrijdtraining had ik mij ingeschreven voor de Frysman. Ik was fit, dus pakte ik de Gelreman ook mee. Ik sloot 2021 af met een hele triathlon in Almere. Ondanks dat The Brutal niet doorging, werd ik alsnog Triple Dutch Finisher.
Ik had inmiddels afscheid genomen van mijn teamleden en mijn coach. Nog een jaar zo hard trainen, zat er niet in. Ook omdat mijn moeder vrij plotseling was overleden aan de gevolgen van kanker. Het leven is immers groter dan alleen triatlon.
Ik mailde de Claire Smith (racedirector van de The Brutal) dat ik mijn inschrijving van een dubbele triatlon wilde omzetten naar een enkele afstand. En zo stond ik dus zaterdag 10 september aan de waterkant van Lake Llyn Padarn.
Ik was allerminst fit. Het afgelopen jaar was mijn motivatie vanwege een rouwperiode naar het nulpunt gegaan. Het zou aankomen op karakter en de focus om alleen de finish te bereiken.
Na het fluitsignaal ging er een hele lange dag van start. Ik rol zo’n wedstrijd altijd op en denk tijdens het zwemmen bijvoorbeeld niet aan het fietsen. 1 ding tegelijk. Het zwemmen ging volgens plan. De 4 rondjes van 1000 meter waren in 1.34 uur klaar.
Na een rustige wissel, begon het fietsen.
Let op: ze rijden hier links en de weg was niet afgesloten voor overige verkeer. De 4 ronden van 46km zaten vol klimmetjes. De Penn-yPass (6.34km met 4.4%) was pittig, maar niet onmogelijk. De truc van deze fietstocht waren de klimmetjes van 3km waarbij regelmatig 16% tot 20% aangetikt werd. Poeh…
Na 9.44 uur mocht ik de fiets parkeren. Mijn dienstmaat was mee voor de verzorging en ik stuurde hem op een zoektocht naar een hamburger tijdens deze wissel. Met een hamburger in mijn hand begon ik aan de 3 rondjes van 8km om het meer. Dit was een gedeeltelijke trailrun met een stijging van ruim 500 meter. Het was inmiddels donker, dus het werd lopen met hoofdlamp op.
Na 4,5 uur waren de lake laps klaar en mocht ik mij melden bij een Marshall voor een rugzakcontrole en om te kijken of ik nog fit was voor de beklimming van Mount Snowdon. In de rugzak moet bijvoorbeeld: een fluit, kaart, kompas, voeding, extra drinken en warme kleding zitten.
Quote: ‘’The Brutal begint waar de Ironman eindigt’’
Ik was inmiddels ruim 16 uur onderweg en de beklimming begon. Stijl omhoog, met stukken van 20% wandelde ik omhoog. Ik was laatste loper en kwam alleen nog maar atleten tegen die omlaag liepen. WELL DONE zeiden ze als ik ze tegenkwam. Ik was inmiddels aardig Well Done (klaar mee). Ik begon te praten tegen de vele schapen op de route en moest regelmatig stoppen. Op 700 meter hoogte zag ik het niet meer zitten. Ik ben gaan zitten, at een zak M&M leeg en twijfelde om verder te gaan. Nog nooit was een finish zo ver bij mij vandaan. Omdat je al zolang wakker bent, kom je in een soort trance. Mijn horlogescherm en beeldscherm van mijn mobiel trilde. Ik dacht dat ze kapot waren gegaan, maar besefte mij dat mijn ogen niet konden focussen.
Ik besloot door te gaan. Het werd kouder, de wind kwam (uiteraard tegen wind) en ik belande in een wolk. Door mijn hoofdlamp in combinatie met de wolk, zag ik weinig. Ik voelde mij eenzaam.
Ik moest een plan maken voor de laatste 2 km en 300 hoogtemeters. Overal op de berg liggen grote witte rotsblokken. Die kon je goed zien en ook even op uitrusten. En zo liep ik van blok naar blok. Zitten, kijken, focus op het rotsblok en weer door.
Op zo’n 900 hoogtemeters kwam ik een tentje tegen, een Marshall lag daar te slapen, maar hoorde mij aankomen. De rits van de tent ging omlaag en de Welshman vroeg wat mijn startnummer was. 151 beantwoorde ik. WELL DONE beantwoorde hij, nog 10 minuten omhoog zei hij.
Tien minuten nog, mijn hemel. Ik zette maar door, maar vroeg mij iedere minuut af of die 10 minuten al voorbij waren. Eindelijk, doemde een roodlicht in de verte op. Een jonge gast met een kladblokje zat daar op mij te wachten. Wat is je nummer vroeg hij. Ik antwoorde 151. Moet ik nog verder, vroeg ik? No, WELL DONE zei hij. Ik mocht naar beneden.
Als je denkt dat omhoog wandelen lastig is, dan heb ik nieuws voor je. Omlaag is dus net zo zwaar. Ik moest voorzichtig lopen, niet uitglijden, niet vallen, dacht ik steeds. Op 500 meter hoogte appte ik mijn dienstmaat waar ik was. Hij appte schiet op, je hebt nog 1.5uur voor cut-off van 21uur. Ik ging versnellen. Plassen, nope. Steentje in mijn schoen, jammer dan. Lopen Tibor!
Ik kwam de berg af en rende richting de finish. Daar stonden nog maar 2 mensen. Mijn dienstmaat met een foto van mijn moeder in zijn hand en een oude vrouw, die uiteraard WELL DONE zei en de medaille omhing. Ook de finish is dus Brutal!
Tijd? 20uur, 38minuten en 21seconden
Trots? Tot op het bot
[SPLIT]
blog-products-tibor